De grenzen van goedheid richting ouders

Er kan vrijwel niet over opvoeding worden gesproken of er is aandacht voor het welbekende Koranische vers waarin o.a. is aangegeven dat kinderen geen “oef” tegen hun ouders dienen te zeggen. Er is een bepaalde eis van goedheid die kinderen dienen te tonen jegens hun ouders en de verwachtingen zijn hoog. Maar dat is niet een eenzijdige kwestie. Daarom voor nu wat gedachten bij dit thema middels dit artikel.

Jongeren krijgen het met regelmaat te horen wanneer men spreekt over goedheid tegenover de ouders: de Koran geeft duidelijke regels. Er is sprake van een wisselwerking in de relatie tussen ouder en kind die zijn oorsprong heeft in de eerste levensfasen van het kind. Zo is er de verwijzing naar de moeder die het kind in zwakheid op zwakheid droeg. Er is een verwijzing naar het zogen van het kind. Er is een verwijzing naar de barmhartigheid waarmee ouders voor hun kinderen zorgden etc. Die verwijzingen komen vervolgens in connectie met de verwijzingen die gegeven worden richting de kinderen en hun gedrag t.o.v. hun ouders.

Er is de verwachting van kinderen dat zij zorg dragen voor hun ouders tijdens hun oude dag, zoals diezelfde ouders zorgden voor hun kinderen toen zij jong waren. Er is de norm van barmhartigheid tegenover de ouders. Er is de eis dat men hen helpt zonder te zuchten en te puffen en te klagen hoe lastig het is. Immers: wederkerigheid. Zij hebben voor jou gezorgd toen je niks kon, dus nu  zorg jij voor hen terwijl zij niks/weinig meer kunnen.

Wanneer we deze religieuze richtlijn leggen naast de sociaal-maatschappelijke eis vanuit veel moslimlanden; dat kinderen onvoorwaardelijke zorg verlenen aan hun ouders, dan zie je dat er een situatie kan ontstaan die lastig werkbaar is. Immers: wanneer je deze twee met elkaar in verbinding brengt lijkt het zo te zijn dat je als kind zijnde aan de genade van je ouders bent overgeleverd. Toch werkt dit religieus gezien niet helemaal zo. Immers: goedheid tegenover de ouders is niet hetzelfde als je volledige levensrichting door hen te laten bepalen.

Wat wil opvoeding nu eigenlijk zeggen?

Het doel van ouderschap/opvoeding is het grootbrengen van kinderen binnen de tevredenheid van Allah. Je dient je kinderen op te voeden tot stabiele volwassenen die zelfstandig hun leven kunnen leiden. Dat wil zeggen dat op het moment dat je kinderen volwassen zijn, zij ook verantwoordelijk zijn voor hun eigen levenskeuzes. Wellicht een van de moeilijkste vereisten die komen kijken bij de volwassenwording van kinderen is dan ook dat je hen zal moeten loslaten. Je zal moeten accepteren dat jij hen, als ouder zijnde, 15-20 jaar lang hebt kunnen kneden, leiden, adviseren en bijsturen, en dat dan de tijd is gekomen om los te laten. Je hebt gedaan wat je kon, en het enige wat je nu nog rest is het geven van advies.

Toch lijken ouders die stap in opvoeding niet altijd te begrijpen. “Zolang ik leef weet ik het beter dan mijn kinderen en moeten ze doen wat ik zeg” lijkt het uitgangspunt van sommige ouders te zijn. Autoritaire ouders die het leven van hun kind willen blijven beheersen, ondanks dat hun kind de 20 of 30 al is gepasseerd zorgen met grote regelmaat voor huwelijkse problemen en psychische klachten bij het betreffende kind.

De goedheid tegenover de ouders bestaat echter niet uit slaafse gehoorzaamheid in alle wensen. Het omvat zelfs niet dat je kind al jouw toegestane wensen inwilligt buiten dat ze je het verbodene horen te weigeren. Het omvat dat jij als ouder zijnde hen de kans geeft om hun leven te leiden en je kind jou de zorg geeft die vereist is. Voor je kind geldt namelijk; bezoek hen, gedraag je goed jegens hen, help hen waar mogelijk en laat dit alles in balans zijn. Wanneer je kind het eigen gezin zou verwaarlozen t.b.v. jou als ouder is niet correct. Leer de balans te vinden, dat geldt voor zowel de ouder als het kind.